Schilder

Mijn huis staat in de steigers. Aan zoiets als ‘je huis in de steigers’ begint een mens altijd vol goede moed. Hoe erg kan het immers zijn? Drie weken onbekende mannen over de vloer die 4 keer per dag aan je eettafel koffie drinken en hun boterhammetjes uit een krakend plastic zakje eten. Die dagelijks meerdere keren iets nodig hebben zoals een vuilniszak of een emmer. Die van je toilet gebruik maken en niet in de pot plassen maar over de bril en ernaast. En die je koelkast gebruiken om hun literpakken lekkende yoghurt-drink in te bewaren. Die mannen moeten gewoon hun werk kunnen doen. En het huis wordt er een stuk mooier op dus het dient een goed doel. Daar moet je dan als huiseigenaar niet kleinzielig over doen toch?

Iedere ochtend stipt om 7.00 uur gaat de deurbel. Dan melden de mannen zich. Steigerbouwers, schilders, metselaars en een loodgieter. Onder hen beweegt zich Wouter de schilder. Of liever gezegd; hij manoeuvreert want hij heef al jaren last van een ‘UH-É-THUH-ÍE!!’ (Vertaling: ‘Een versleten knie’). Dit roept hij minstens eens per twee dagen tegen mij. Ook als ik op slechts een halve meter van hem af sta, zit, of loop.

Wouter is zo’n 1.85 meter, heeft twee letterlijk kwastige handen en een enorme buik. Daaroverheen hangt steevast een te kort T-shirt zodat ik de grootsheid ervan dagelijks en op iedere uur van de dag in al zijn naaktheid mag aanschouwen. Hoogst waarschijnlijk beschikt Wouter juist vanwege zijn groffe bouw over een eveneens ongeëvenaard groot strottenhoofd. Het gezegde ‘Luid en duidelijk’ zou dus op Wouter van toepassing moeten zijn maar dit is slechts ten dele waar. Wouter is namelijk wel degelijk ‘Luid’, maar allerminst ‘Duidelijk’. ‘HEWWIE UH UILLIAG?’ betekent ‘Hebbie een vuilniszak?’ en ‘IG ÉN OOG AA UH EEOU-Î-UH OE-UH-UL! ...... Â, Â, Â, Â, Â!’ Moet worden vertaald naar ‘Ik ben ook maar een eenvoudige boerenlul’…ha, ha, ha, ha, ha!’

Aangezien ik het als zangdocent gewend ben om de hele dag naar klank te luisteren kan ik hem nog best goed verstaan al zeg ik het zelf. Ik moet me er echter wel op concentreren. En daarin zit hem nu net het probleem. Ik heb namelijk geen tijd om me de hele dag op Wouter te concentreren als ik werk te doen heb. Wouter daarentegen is duidelijk uit op ‘contact met de medemens’. Hij mist daarbij het vermogen aan te voelen wanneer dit niet langer wenselijk is. Hij stoot rustig een half uur achtereen klanken uit zonder in te gaten te hebben dat het nu echt genoeg is.

In de eerste fase van zijn aanwezigheid in mijn huis probeerde ik nog oprecht moeite te doen een gesprek met hem te voeren. Gewoon; omdat dit aardig is. In de tweede fase probeerde ik hem subtiel duidelijk te maken dat óók ik werk te doen heb. In de derde fase deed ik onbeschoft mijn oor-telefoontjes in, waarna hij overigens gewoon ‘doorklankte’ en momenteel bevind ik mij in de vierde fase: die van de 'aan mij vretende ergernis'! Wat ik ook doe, ik kan mijn oren niet onttrekken aan de allesoverheersende, doordringende, monotone onverstaanbare, holle, donkere klanken die hij uitstoot. Ook als hij buiten op de steiger aan het schilderen is hoor ik het door de ramen heen. Hij ‘klankt’ dan uren achtereen tegen zijn collega’s.

Het strottenhoofd is normaal gesproken – ook als we niet zingen - een bewegelijk instrument.

* Het kan stijgen en dit gebeurt wanneer we slikken.
* Het kan dalen en dit gebeurt wanneer we gapen.
* Het thyroid (schildkraakbeen) kan voorwaarts kantelen – dit gebeurt wanneer we jammeren/huilen of zangerig spreken.
* Het cricoid (het ringkraakbeen) kan achterwaarts kantelen - dit gebeurt wanneer we roepen.

Dit alles heeft effect op de klank namelijk:
* Wanneer de supra-hyoide spieren (de spieren boven het tongbeen) hun werk doen, stijgt de larynx en wordt de klankruimte boven de stemplooien korter. Dit resulteert in een klank met meer treble.
* Wanneer de infra-hyoide spieren (de spieren onder het tongbeen) hun werk doen daalt de larynx en wordt de klankruimte boven de stemplooien langer. Dit resulteert in een klank met meer bas.
* Wanneer de crico-thyriod-spieren (schildkraakbeen-ringkraakbeenspieren) hun werk doen, kantelt het thyroid (schildkraakbeen) voorwaarts. Hierdoor verlengt de stemplooi en wordt hij dunner en strakker. Dit resulteert in een zachter geluid.
* Wanneer de crico-pharyngeus (de ringkraakbeen-keelspier) zijn werk doet, kantelt het cricoid (ringkraakbeen) achterwaarts. Dit resulteert in kortere dikkere stemplooien en een luider geluid.

Generaliserend en zonder enkele vorm van nuancering zou je kunnen zeggen: Hoe hoger de toon, hoe hoger het strottenhoofd en hoe lager de toon hoe lager het strottenhoofd. Hoewel de meeste mensen als uitgangspunt spreken met het strottenhoofd vanuit de middenpositie, zijn het onder andere de uitschieters naar het hogere en lagere register die de spreekstem zijn bewegelijkheid en zijn muzikaliteit geven. Juist die combinatie van onder andere hoogte –en laagteverschillen maakt het aangenaam om naar iemand te luisteren. We maken daarbij overigens niet alleen hoogteverschillen maar ook klankkleur – en volumeverschillen. Ook deze geven de stem zijn rijkdom.

Terug naar Wouter. Als ik oordeel-loos naar hem probeer te luisteren valt het volgende op:
- Zijn strottenhoofd bevindt zich steeds in dezelfde positie, een klein stukje lager dan de gebruikelijke middenpositie.
- Zijn strottenhoofd kent geen enkele uitschieter naar een hoger of lager register.
- Zijn stemplooien zijn permanent dik .
- Zijn thyroid (schildkraakbeen) staat permanent in een rechte positie.
- Er klinkt nergens scherpte in de kleur van zijn stem
- Hij gebruikt zijn tong niet om te articuleren.

Dit alles resulteer in een uiterst monotone en doordringende klank waarin nergens sprake is van hoogteverschillen, van klankkleur-verschillen of van volumeverschillen. De klank is voortdurend luid, matig donker en bovendien onverstaanbaar. Juist de razendsnelle afwisseling van klinkers en medeklinkers maakt dat we woorden en zinnen kunnen produceren en met elkaar kunnen communiceren omdat deze woorden en zinnen betekenis krijgen.

Het feit dat het voor mij interessant is de stem van Wouter te analyseren maakt dat het überhaupt nog mogelijk is om in mijn eigen huis aanwezig te kunnen zijn. Zolang ik me daarop focus leidt het me ten minste af van die alles doordringende klank. Van dat luide monotone geluid wat dwars door mijn ziel snijdt en iets doet met mijn energetische systeem. Nog een week te gaan en dan is ‘AHUH ÔIJ!’ (vertaling: ‘Alles voorbij!’). Dan zijn de mannen verdwenen uit mijn huis, is de steiger afgebroken, kan ik weer na 7.00 uur douchen en heb ik ook deze verbouwing weer overleefd zonder ‘ÉÉ -UW-Î-ÎNGING!’ (vertaling: ‘zenuwinzinking!’).

Copyright: Marga Zwirs

Marga Zwirs is zangdocent. Zij is eveneens oprichter en directeur van Zangschool Rotterdam. Ze werkt ruim 28 jaar met individuele leerlingen en met groepen volwassenen en kinderen. De visie van Rotterdam is; ‘Iedereen kan leren zingen’. Uniek in Rotterdam zijn de technieklessen waarin de werking van de zangstem op een heldere en inzichtelijke manier wordt uitgelegd en toegepast. Dit met als doel iedereen de vrijheid te geven te klinken zoals hij wil. Marga Zwirs is 'Certified Master Teacher' in de wetenschappelijk onderbouwde Amerikaanse zangmethodiek Estill Voice Training (EVT). Tevens is zij 'Universal Voice Master Teacher' bij het Universal Voice Institute in Amsterdam.

Website: www.zangschoolrotterdam.nl
Youtube:https://www.youtube.com/channel/UCLLrPcmDS3zE8mS9FVF0cLw
Estill Voice International: https://www.estillvoice.com/instructors/view/399
Facebook: https://www.facebook.com/Zangschool-Rotterdam-483442575036893/

Similar Articles

Top