Boventoonzang bestaat uit een zeer verfijnde articulatie van klinkers, waardoor de boventonen hoorbaar worden als quasi zelfstandige fluittonen. Afhankelijk van de mondstand gaan er bepaalde boventonen meeklinken, die we automatisch als vocalen (klinkers) herkennen.
Als je op één toon bijvoorbeeld de klinker u zingt, kun je al vrij gemakkelijk een wat scherpe fluittoon als boventoon in deze klank kunnen ontdekken. Verander je deze u heel langzaam in een oe, dan zal je horen dat de klank donkerder wordt en de boventonen dus lager. Ga je langzaam van de u naar de i, dan merk je het tegenovergestelde. In principe is het mogelijk om bij alle klinkers boventonen te horen.
Wanneer er teksten gereciteerd worden op één toon of op een eenvoudige melodie, dan klinken er altijd boventonen mee, bijvoorbeeld in Gregoriaanse zang of bij het zingen van mantra's. Ook in enkele etnische tradities is boventoonzang als muziek aanwezig, zoals bij de Mongoliërs en de Tuva's in Siberië.
In Europa bestaat muziek voor boventonen sinds 1968, toen Karl-Heinz Stockhausen 'Stimmung' componeerde. Michael Vetter leerde bij Stockhausen het verschijnsel van de boventonen kennen en ontwikkelde een aantal boventoontechnieken die voor de Europese stem geschikt zijn.
Meer info op www.boventonen.nl